Hemelvaartsmuziek van een grote naam.
Als je de naam van Karlheinz Stockhausen niet kent, moet je je afvragen of je wel liefhebber van Nieuwe Muziek bent. Niet alleen heeft deze man de Loop der Dingen in de na-oorlogse muziek verregaand bepaald, zijn invloed strekt zich uit tot ver buiten de gecomponeerde muziek. Hij wordt zelfs de ‘Godfather of Techno’ genoemd en helemaal absurd is dat niet, want zonder zijn pionierswerk in de elektronische muziek was er nooit zoiets als ‘dance’ geweest.
In muziekgeschiedenissen komen we vooral zijn vroege werk uit de jaren vijftig en zestig tegen. Stockhausen loopt in die tijd voorop met het serialisme, met elektronica (zowel op de band als live), met toevalselementen en wat al niet meer. Buiten de leerboeken heeft ook Licht de aandacht getrokken: een magnum opus van zeven opera’s waarin hij niet te beroerd is om zangers door de lucht te laten zweven of instrumentalisten in helikopters rond te laten vliegen.
Slecht weinig mensen kennen zijn allerlaatste werk: Klang. Nadat hij in Licht de zeven dagen van de week toonzette, wilde hij nu hetzelfde doen met de vierentwintig uur van de dag. Daarna wilde hij verder gaan met de zestig minuten van het uur, en de seconden in de minuut. Helaas kwam de dood tussen al die mooie plannen: eind 2007 overleed Stockhausen op 79-jarige leeftijd.
Bij zijn dood had hij eenentwintig van de vierentwintig uren voltooid. Iets zegt ons dat hij al wist dat hij een ziekte onder de leden had. Vanaf het vijfde uur begon hij namelijk vals te spelen. Hij maakte afgeleide werken van de reeds voltooide uren en, geheel tegen zijn gewoonte in, bombardeerde hij die tot aparte werken. Op die manier hoopte hij vermoedelijk vóór zijn tijd kwam alsnog aan vierentwintig werken te komen. De cyclus bestaat zodoende uit de volgende delen:
* Vier volledig los gecomponeerde uren: 1. Himmelfahrt; 2. Freude; 3. Natürliche Dauern; 4. Himmelstür
* Uur 5-12: Harmonien en zeven afgeleide werken
* Uur 13-21: Cosmic pulses en acht afgeleide werken
Vandaag horen we twee van de 21 uren. Als eerste horen we (toepasselijk voor deze tijd van het jaar) Himmelfahrt, voor sopraan, tenor en synthesizer. Stockhausen, die jarenlang pionierswerk had gedaan in de elektronische muziek, was niet te beroerd om nu zelf een instrument uit de popmuziek over te nemen. Tegelijk is Himmelfahrt ook een terugkeer naar het geloof uit zijn jeugd. Stockhausen was zijn hele leven diep spiritueel, maar had zich jarenlang gefocust op New Age-ideeën. In de eerste twee uren treedt het katholieke geloof weer op de voorgrond, want ook Freude eert met Pinksteren een christelijke feestdag.
Daarna horen we het vijfde uur, Harmonien. Zoals gezegd de basis van niet minder dan zeven andere uren. Wat ze delen is de combinatie van solo-instrumenten met klankregeling. In zekere zin doen ze denken aan de werken die de componist in de jaren zeventig voor verschillende solo-instrumenten schreef.
Tot slot horen we nog enkele van Stockhausens oude werken: de eerste vier Klavierstücke. Deze werken horen tot het minst toegankelijke wat hij gemaakt heeft. Het toont hoeveel zijn stijl in vijftig jaar veranderd was.
Afspeellijst
1. Himmelfahrt
2. Harmonien
3. Klavierstücke 1-4
Uitvoerenden
Barbara Zanichelli (sopraan), Hubert Mayer (tenor), Antonio Pérez Abellán (synthesizer) (1)
Fie Schouten (basklarinet) (2)
Pi-Hsien Chen (piano) (3)
