Fly Away – Mondriaan Kwartet
30 september 2004, Beurs van Berlage, Amvestzaal, Amsterdam
Genre: Strijkkwartet
Componisten/uitvoerenden: Maurice Horsthuis | Michael Matthews | Michael Oesterle | Simeon ten Holt
Opnametechniek: Sabrina ter Horst
Emigreren van Nederland naar Canada, van de ene naar de andere stijl.
Het strijkkwartet is al tweeënhalve eeuw de koning van de kamermuziek. Ook in onze tijd worden er nog volop strijkkwartetten geschreven, en wat meer is: componisten uit letterlijk ieder genre houden zich ermee bezig, zo blijkt keer op keer uit de concerten die wij van strijkkwartetten opnemen.
Ook in dit concert uit 2004 wordt dat weer goed duidelijk. Vier componisten – twee uit Nederland, twee uit Canada – treden aan met volkomen verschillende stijlen. De bekendste componist op het programma is Simeon ten Holt (1923-2012). Maar pas op: u krijgt niet wat u verwacht. We kennen hem natuurlijk van de goed in het gehoor liggende, breed uitgesponnen minimalwerken als Canto ostinato. Maar hij had toen al een half leven achter zich. Ten Holt begon in de jaren vijftig met chromatische muziek op het randje van de tonaliteit. Vaak speelt hij twee tegengestelde toonsoorten (bijvoorbeeld C en Fis) tegen elkaar uit zodat er dissonante, maar nog wel vaag als tonaal herkenbare samenklanken komen. Deze stijl verliet hij in de jaren zestig voor een radicale avant-garde waarin ‘mooi’ een vies woord was. De muziek ging gepaard met nogal dogmatische geschriften over de componeertrant: elke noot had een politieke lading, muziek was goed of (in veruit de meeste gevallen) fout. Die orthodoxie hield hij niet vol: als hij thuiskwam van zijn muziekactivisme ging hij op de piano welluidende dingen pingelen. Uiteindelijk besloot hij het roer om te gooien.
In dit concert horen we een stuk uit Ten Holts minst bekende periode: de eerste, nog net tonale. In de Suite voor strijkkwartet uit 1954 kraakt en wringt het, maar de luisteraar raakt de draad niet kwijt. Na deze blikvanger komen we uit bij Maurice Horsthuis. Zijn stuk De zolder beweegt zich op een typisch Nederlandse manier op de grens van moderne jazz en modern klassiek. Daarna maken we de overstap naar Canada. Geen land met een grote reputatie op muziekgebied. Toch weet Michael Oesterle (*1968) met zijn Sweet and Mirror notwithstanding indruk te maken. De combinatie van strijkers en sopraan doet ons denken aan het Tweede strijkkwartet van Schönberg, het stuk waarmee de muziekgeschiedenis de drempel der moderniteit overschreed. Michael Matthews (*1950) noemt zijn stuk gewoon Tweede strijkkwartet. Waar Oesterle zich postmodern opstelt, laat hij meer een conventioneel modern geluid horen. De invloed van Bartók is nooit ver weg.