Ook in onze eeuw spreekt het verhaal tot de verbeelding.
In het oude Zwembad de Regentes in Den Haag vinden bij tijd en wijle voorstellingen voor de fijnproever plaats. Of gewoon cultvoorstellingen. Het zijn in elk geval cultuurgebeurtenissen voor een beperkt publiek, weg van de mainstream binnen hoge of lage cultuur, waar vooral Hagenaars van weten. Dingen, kortom, waar wij maar al te graag bij zijn.
In 2004 werd in dit zwembad-theater een kameropera opgevoerd van Jan Bus. Geen grote naam. Bus (*1961) studeerde in Amsterdam bij Robert Heppener. Hij heeft muziek geschreven in diverse genres, waaronder een aantal kameropera’s waarvoor hij vaak zowel de tekst als de muziek schreef. De onderwerpen waren meestal niet erg klassiek, getuigen titels als “R.E.M.”, “Progress Passion” of “Stalin en de Smaak van Paardenhaver”.
Maar in 2004 kwam hij, dankzij een libretto van Flip Broekman, dan toch met een minispektakel rond Amor en Psyche. In deze Griekse mythe moet Amor, zoon van Venus en zinnebeeld van de vleselijke liefde, Psyche (zinnebeeld van de Ziel) gaan verleiden. Al dat geestelijke gedoe, daar heeft Venus geen boodschap aan. Maar als hij haar ziet, wordt hij hopeloos verliefd. Zij hebben het fijn samen en Venus’ karretje wordt in de poep gereden.
De mythe was in de Vroegmoderne Tijd mateloos populair. Het tafereel is talloze keren geschilderd, gebeeldhouwd en bezongen in woord en muziek. Maar wat moet een hedendaags kunstenaar met die klassieke bigotterie? Cliché ligt op de loer, en sowieso, de liefde… dat is voor Bouquetromannetjes, daar schrijft een serieus kunstenaar niet over.
Gelukkig doet Jan Bus wel een poging. In een zeer bescheiden bezetting van één poppenspeler, twee zangers en drie instrumentalisten schildert hij het verhaal van deze twee geliefden – nachtvlinders noemt hij ze. Met een zeer persoonlijke muzikale taal en invalshoek weten Broekman en Bus het verhaal fris te houden. Maar een verhaal over verliefdheid blijft natuurlijk altijd relevant zolang er mensen zijn.