Componisten/uitvoerenden: Giovanni Maria Nanino | Giovanni Pierluigi da Palestrina | William Byrd | William Mundy
Palestrina Revealed: Graham Ross en the Choir of Clare College brengen onuitgegeven werk van Giovanni Pierluigi da Palestrina.
Met dank aan paus Clemens VIII
Dat het werk van Palestrina goed bewaard is gebleven is voor een deel te danken aan een interventie van paus Clemens VIII.
Op 9 februari 1594 kwamen de zangers van het koor van de Sixtijnse Kapel bijeen in de appartementen van de Paus om een motet uit te voeren ter ere van de gasten van Clemens VIII, paus van 1592 tot 1605.
Volgens de kroniekschrijver van de kapel klaagde de paus dat het gekozen werk, het motet voor dubbelkoor In diademate capitis (“Op het diadeem van zijn hoofd”) van Giovanni Maria Nanino, was gebaseerd op een obscure tekst. Hij vroeg wat er was gebeurd met de ongepubliceerde werken van Giovanni Pierluigi da Palestrina (circa 1525-1594), die een week eerder overleed.
De manuscripten bleken in handen te zijn van zijn zoon, Iginio Pierluigi. De Paus sprak de wens uit dat de reeds gepubliceerde werken van Palestrina zouden worden herdrukt en dat de werken die niet waren gepubliceerd, zouden worden gepubliceerd.

Dirigent Graham Ross, foto: Benjamin Ealovega
Drie weken later publiceerde de Romeinse drukker Francesco Coattino het Zevende boek van de missen van Palestrina (1594), dat de componist voltooid had en dat bij zijn dood nog in de maak was. Deze eerste postume bundel bevat de Missa Emendemus in melius voor vier stemmen.
Memor esto verbi tui
Het achtste boek van de missen, uit 1599, bevat de vijfdelige mis Memor esto verbi tui (‘Gedenk uw woorden’), waarin Palestrina de muziek van één van zijn eigen werken gebruikt, nl. het motet op Psalm 119 (verzen 49-56) gepubliceerd in 1572 in zijn Tweede Boek van Motetten.
Het motet Ad te levavi oculos meos is een van Palestrina’s acht motetten voor drie koren, één voor de Giulia-kapel, de andere waarschijnlijk voor die van de Chiesa Nuova, de kerk van het Oratorium van Sint Filippus Neri. Ad te levavi begint met lange passages die door elk koor om beurten worden gezongen, gevolgd door snellere uitwisselingen en verschillende vocale groeperingen.
Giuliakapel
Het eerste werk op de cd ‘Palestrina Revealed’ die Leo A. De Bock in deze Nuove Musiche voorstelt is een Magnificat voor vijf stemmen, een lofzang die elke dag tijdens de vespers wordt gezongen. Het is een van de zestien antifone werken die zijn opgenomen in een bundel partituren voor koren, handgeschreven en gekopieerd voor gebruik in het koor van de Vaticaanse basiliek, de Giuliakapel, waarschijnlijk in de jaren 1580, tijdens de lange periode dat Palestrina er koorleider was. Deze verfijnde versie presenteert enkele van de meest opmerkelijke kwaliteiten van Palestrina’s latere periode, waarbij helderheid en de eenvoud van de cantus firmus van de psalmische toon tot buitengewoon rijke en gevarieerde texturen leiden.
Speellijst
Giovanni Pierluigi da Palestrina (ca. 1525-1594)
1 | Magnificat secundi toni a 5
William Byrd (ca. 1539/40-1623)
2 | Emendemus in melius a 5
Giovanni Pierluigi da Palestrina
Missa Emendemus in melius a 4
3 | I. Kyrie
4 | II. Gloria
5 | III. Credo
6 | IV. Sanctus – Benedictus
7 | V. Agnus Dei I 1’58
8 | VI. Agnus Dei II a
Robert Whyte (ca. 1538-1574)
9 | Ad te levavi oculos meos a 6
Giovanni Pierluigi da Palestrina
10 | Ad te levavi oculos meos a 12
William Mundy (ca. 1529-1591)
11 | Memor esto verbi tui a 6
Giovanni Pierluigi da Palestrina
12 | Memor esto verbi tui a 5
Uitvoerenden: Choir of Clare College, Cambridge, onder leiding van Graham Ross
(CD “Palestrina Revealed” HMM 905375, 2025)