Klassieke muziek uit Turkije (en Perzië)
11 juni 2004, Tropentheater (Kleine Zaal), Amsterdam
Aan het hof klinkt andere muziek dan op de markt. Dat was ook bij de sjah en de sultan zo.
Klassieke muziek is geen exclusief westers verschijnsel. Je vindt het bijvoorbeeld ook in India (raga’s), in Oost-Azië (Chinese opera, gagaku), in Indonesië (gamelan) en in het Midden-Oosten. Eén constante is er wel: geleerde muziektradities ontstaan in het algemeen rond hoven, in tempels en op andere plekken waar de macht zich concentreert. Adel verplicht, en moet smaak tonen.
Het Tropentheater hield in 2004 een concertreeks rond oosterse muziek. Waar de eerste afleveringen in het teken stonden van volksere tradities, gaan we nu de muziek van koningen horen. Na een korte gesproken inleiding horen we eerst een stukje Perzische klassieke muziek – een traditie die in Iran nog steeds hoog in het vaandel staat, en de enige muzieksoort die het regime vertrouwt. Vervolgens horen we Kudsi Ergüner met zijn ensemble de muziek van het Osmaanse Rijk spelen. Lange tijd rustte er een taboe op deze muziek. Onder Atatürk moesten de Turken echte westerlingen worden en moest de radio verplicht westerse klassieke muziek spelen. Maar de oren van de mensen stonden nu eenmaal naar oosterse muziek en deze traditie liet zich niet zo gemakkelijk uitroeien. De klank van de oosterse viool, de kemence, en van de oed, die de Turken saz noemen, is nog overal in het land volop te horen. Nu dus ook in Amsterdam.