De Japanse ziel in westerse handen?
De shakuhachi lijkt op een blokfluit maar is het niet. Behalve dat hij van bamboe is gemaakt, heeft de fluit geen labium maar gat dat in dwarsfluitstijl wordt aangeblazen. De constructie stelt de bespeler in staat om de toon flink te variëren, zodat de variatie in toonhoogte veel groter is dan de vijf tonen die er (in meerdere octaven) op zitten.
De fluit wordt vaak solo gebruikt in langgerekte, rustgevende stukken. Hoewel het geluid en de composities niet iedereen kunnen bekoren, heeft de shakuhachi in het westen een flink cultgevolg gevonden. Een van die Europese shakuhachispelers is de Tsjech Vlastislav Matoušek. We horen hem hier in diverse eigen composities, die Japans klinkende namen en dito muziek dragen. Maar we horen hem ook als componist van muziek voor westerse instrumenten. Hoe Japans zijn die werken? Klinkt de shakuhachi door in alle muziek van deze etnomusicoloog?